Nieuws en info
Inversie
Normaal neemt in de onderste lagen van de atmosfeer (troposfeer) de temperatuur met gemiddeld 6,5°C per km af met de hoogte. Maar soms komen er zogenaamde temperatuursinversies tot ontwikkeling, waarbij de temperatuur in een bepaalde laag van de atmosfeer niet daalt maar stijgt. Inversies kunnen luchtverontreiniging veroorzaken (zie smog).
Er bestaan verschillende soorten inversies. De belangrijkste zijn:
Grond- of stralinginversie
De grondinversie is in onze streken meestal 10 tot 100 m diep. Zij ontstaan door de nachtelijke afkoeling aan het aardoppervlak (uitstraling in het infrarood) bij helder en vrijwel windstil weer. Als de lucht voldoende vochtig is, kan er mist ontstaan. Er is ook gevaar voor CO-vergiftiging.
Subsidentie-inversie
Een belangrijk kenmerk van een stevig hogedrukgebied is de subsidentie-inversie. In een hogedrukgebied daalt de lucht, waardoor ze opwarmt. Dit komt omdat het volume lucht door compressie verkleint en de luchtmolecules onderling meer gaan botsen. Ergens vormt er zich dan in de hoogte een inversie. Omdat koudere lucht zwaarder is dan de warmere lucht, blijft de lucht bij het aardoppervlak en is er geen menging meer met de zuivere lucht in de hogere luchtlagen. Daardoor raakt de lucht onder de inversie steeds meer vervuild. Situaties met dit soort inversies zorgen dan ook veelal voor een slechte luchtkwaliteit, zeker in de winter.
Frontale inversie
Bij een naderend warmtefront wordt het eerst warmer in de hogere luchtlagen waardoor er dan vaak sprake is van een inversie vanaf een bepaalde hoogte. Wanneer het onder de inversie vriest en de temperatuur in de inversielaag positief wordt, kan dit aanleiding geven tot ijzel.