Op zondag 6 en maandag 7 juli viel er veel neerslag, vooral in het centrum en het zuiden van het land.
- In 24 uur, van zondag 6 juli 8 uur tot maandag 7 juli 8 uur, viel er 57,8 mm neerslag in Maarkedal, 54 mm in Kluisbergen en 53,9 mm in Halle.
- In 24 uur, van maandag 7 juli 8 uur tot dinsdag 8 juli 8 uur, hebben we 51,4 mm neerslag geregistreerd in Neufchateau, 46,6 mm in Modave en 38 mm in Yvoir.
In juli variëren de normale maandelijkse neerslagwaarden tussen 60 mm aan de kust en 120 mm op de toppen van de Ardennen. Onweersbuien kunnen bijzonder intense neerslag veroorzaken: op 6 juli hebben we in La Louvière 24,3 mm in 1 uur geregistreerd en op 7 juli 33,2 mm in 1 uur in Neufchateau.
Die waarden zijn voorlopig en nog niet door onze klimatologische dienst gevalideerd.




Atmosferische situatie
Op zondagochtend bereikte een storing ons land, in combinatie met een depressie boven Zuid-Scandinavië. Deze storing was geladen met waterdamp; de neerslaghoeveelheid bedroeg ongeveer 35 liter/m². Dit frontale systeem werd bovendien zeer actief in onze regio's door de dynamiek op grote hoogte. Het werd gevolgd door oceaanlucht, die nog vrij vochtig was, en overschaduwd door koude lucht in de hogere lagen van de atmosfeer. Het toenmalige uitgesproken temperatuurcontrast tussen de lucht dicht bij het aardoppervlak en de koudere lucht daarboven (een zogenaamd “onstabiel” verticaal temperatuurprofiel) leidde tot diepe convectie, wat tot maandagavond resulteerde in soms hevige en onweerachtige buien. De neerslag van deze buien kwam bovenop die van de frontale storing van zondag. Deze combinatie van gebeurtenissen verklaart de soms aanzienlijke neerslaghoeveelheden die in ons land zijn waargenomen.


[kleurenschaal] = neerslag in mm (of liter/m²), met hoge hoeveelheden binnen het frontale systeem;
[zwarte lijnen] = geopotentiële hoogte (in dam) van het isobare oppervlak op 500 hPa (ongeveer 6 km hoogte), waarbij de hoogteverschillen achter het frontale systeem worden benadrukt (ook aangegeven door de pijlen);
[gekleurde lijnen] = dikte tussen het isobare oppervlak 1000 hPa en 500 hPa, evenredig aan de gemiddelde temperatuur tussen deze twee oppervlakken.