Nieuws en info

Een barometer is een instrument dat de luchtdruk meet op een bepaalde locatie. Een duidelijke verandering in de atmosferische druk is een indicatie van veranderende weersomstandigheden. Een gebied met lage druk wordt meestal geassocieerd met slecht weer, terwijl een gebied met hoge druk vaak duidt op gunstig weer.

Er zijn verschillende soorten barometers, die verschillend werken en nauwkeuriger zijn dan andere.

De bekendste barometer is de kwikbarometer en werkt volgens het principe van de buis van Torricelli, en is gevuld met kwik. Het fysische principe is gebaseerd op het krachtenevenwicht tussen de lucht, die op het kwik duwt, en het kwik, dat door zijn gewicht de neiging heeft om te zinken. Een stijging van de atmosferische druk resulteert in een stijging van het kwikniveau in de buis en omgekeerd wordt een daling van dit niveau veroorzaakt door een daling van de druk.

Tegenwoordig wordt de atmosferische luchtdruk (automatisch) opgemeten met een zogenaamde receptor.

Om de op een meetstation gemeten luchtdruk op een correcte wijze te herleiden naar (standaard) zeeniveau, is het noodzakelijk de hoogte van het meetstation vrij exact te bepalen. Bij het gebruik van kwik moeten we bovendien rekening houden met de omgevingstemperatuur (kwik zet uit bij warmte) en de corioliskracht. De waarden dienen herleid te worden naar een standaardtemperatuur van 0°C.