Klimatogrammen voor de periode 1991-2020 nu beschikbaar

Wat is een klimatogram en wat kunnen we ermee doen?

Voorbeeld van een klimatogram voor Antwerpen.

Een klimatogram is een grafische voorstelling van de jaarlijkse cyclus van het gemiddelde klimaat op een bepaalde plaats. Het wordt opgemaakt met behulp van de maandelijkse gegevens van de neerslaghoeveelheden en de gemiddelde temperatuur, die werden waargenomen over een lange periode (meestal 30 jaar) op de desbetreffende plaats.

Klimatologische normalen vormen de referentie waaraan condities (vooral huidige of recente condities) kunnen worden getoetst en worden ook gebruikt als indicator van de weersomstandigheden die we op een bepaalde locatie kunnen verwachten.

Waar vind ik klimaatgegevens voor het buitenland?

In de rubriek “Klimaat in de wereld" heeft u de mogelijkheid klimatologische gegevens op te vragen volgens continent, land en stad. Vanaf nu kan u kiezen tussen de gegevens van de periode 1961-1990 of van de huidige referentieperiode 1991-2010.

De gegevens van de verschillende landen werden door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) verzameld en ter beschikking gesteld. Het KMI vormde de gepubliceerde cijfers om tot klimatogrammen.

Waarom zijn er verschillen tussen beide tijdreeksen?

De locaties waarvoor er klimatogrammen beschikbaar zijn, zijn niet identiek voor beide periodes. Bepaalde meetstations werden gesloten of verplaatst, en er zijn ook nieuwe stations bijgekomen.

Welke informatie kan je halen uit een vergelijking van beide periodes voor éénzelfde locatie of regio?

De vergelijking tussen klimatogrammen van de twee laatste referentieperiodes leggen effect klimaatverandering bloot.

De effecten van de klimaatverandering in een regio worden zichtbaar. Laten we Ukkel nemen als voorbeeld. De gemiddelde temperatuur over een heel jaar bedroeg voor de periode 1961-1990 nog 9,7°C, terwijl deze waarde voor de huidige referentieperiode al ruim een graad hoger ligt met 10,9°C. Het gemiddelde jaarlijkse neerslagtotaal is lichtjes gestegen. Om de veranderingen in de neerslagverdeling te zien, kijken we best naar verschillen per seizoen of per maand. Zo is de verdeling van de neerslag over het jaar aanzienlijk veranderd. Terwijl de periode 1961-1991 een zeer grillig patroon in de neerslag per maand vertoonde, worden de contrasten tussen de seizoenen meer uitgesproken in de huidige referentieperiode. Zowel de zomerse als winterse neerslag is toegenomen, terwijl de lente minder neerslag meemaken. In de herfst bleef het neerslagtotaal nagenoeg constant.

Cookies opgeslagen