Enkele dagen geleden informeerden we u over de langdurige droogte (reeks opeenvolgende dagen zonder significante neerslag). De gevolgen van deze droogte, in combinatie met een zeer lage relatieve luchtvochtigheid en een vrij krachtige wind, lieten niet lang op zich wachten. Op woensdag 22 april brak een brand uit in het veengebied van Landschap De Liereman in Oud-Turnhout (provincie Antwerpen), één van de oudste natuurgebieden in België. De rookpluim van deze brand was kilometers ver zichtbaar.
Een van onze instrumenten, een ceilometer van het LIDAR-netwerk, kon de passage van de rookpluim in Zeebrugge (Brugge) op een hoogte tussen 600 m en 800 m waarnemen, op ongeveer 100 km afstand van de brand. Met dit instrument kunnen we elke soort aerosolenwolk op een bepaalde hoogte detecteren (rook, zand, vulkanisch as, …), zelfs als deze niet met het blote oog zichtbaar is.
Deze waarneming werd bevestigd dankzij het operationele dispersiemodel van het KMI. Het tijdstip van de waarneming van de rookwolk in Zeebrugge (Brugge) kwam exact overeen met de voorspelde aankomsttijd van het model. Dit toont opnieuw de capaciteit van het KMI aan om, zowel door waarnemingen als door modellering, aerosolenwolken in de hoogte te detecteren. Hierdoor kunnen we op de verplaatsing van deze potentieel gevaarlijke wolken – niet alleen gevaarlijk voor de luchtvaart, maar ook voor de gezondheid - anticiperen. Dit is vooral van belang wanneer de meteorologische omstandigheden ervoor zorgen dat deze deeltjes de grond bereiken.
De rookontwikkeling die bij deze brand gepaard ging, was zo intens dat de rookpluim ook werd opgevangen door de weerradars. Dit was vooral zichtbaar op de radarbeelden van de weerradar van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) die zich situeert in Helchteren.
Normaal detecteert de radar alleen neerslagzones, maar de concentratie as in de rookpluim was groot genoeg om opgepikt te worden door de radar. De rookpluim verschijnt op de radarbeelden omstreeks 17 uur, en de locatie van de brandhaard is bovendien perfect in overeenstemming met de plaats waar de brand is uitgebroken. Op de daaropvolgende beelden is duidelijk te zien hoe de rookwolk groeit en zich verspreidt over een groot deel van de provincie Antwerpen. De andere storingen die ook op de animatie te zien zijn, maar niet gerelateerd lijken aan de rookpluim, zijn bijna allemaal terug te brengen tot verstoringen die veroorzaakt worden door windturbines. Zo zijn bijvoorbeeld de windmolens die zijn ingeplant langsheen de E19 richting Breda, duidelijk merkbaar op de beelden. Op de operationele neerslagbeelden die worden gebruikt door VMM en KMI (zoals in de KMI smartphone app), worden deze verstoringen efficiënt weggefilterd. Toch gebeurt het af en toe - onder specifiek meteorologische condities - dat deze opduiken op de publieke radarbeelden.
De radarbeelden laten toe om de ontwikkeling van een rookpluim in real-time te volgen, wat vooral ’s nachts nuttig is, wanneer visuele waarnemingen onmogelijk zijn. Het is echter heel moeilijk om radarbeelden te gebruiken om een brandhaard te detecteren die net is ontstaan. Het signaal van de aswolk lijkt in het beginstadium op dat van neerslag. Het ligt dus niet voor de hand om een rookpluim te onderscheiden van een lokale regenbui.